Zoogdieren
Zoogdieren (Mammalia) komen overal op de wereld voor en zijn –op twee uitzonderingen na – levendbarende, warmbloedige dieren die hun jongen zogen. De enige zoogdieren die eieren leggen zijn de vogelbekdieren en de mierenegels. De mens is het bekendste zoogdier. Zoogdieren hebben zich tijdens hun evolutie zo goed aangepast aan hun leefomstandigheden dat ze vrijwel overal voorkomen. Op alle continenten, in barre kou of juist verzengde hitte. In de grond, in het water en zelfs in de lucht, want vleermuizen zijn ook zoogdieren. Een belangrijk kenmerk van zoogdieren is de aanwezigheid van haar. Veel zoogdieren hebben een duidelijke vacht, maar er zijn ook dieren binnen deze groep die alleen kleine, vrijwel onzichtbare haartjes hebben. Zeezoogdieren zoals walvissen en dolfijnen hebben geen haren. Verder hebben zoogdieren longen. Zelfs zeezoogdieren moeten daarom van tijd tot tijd boven water komen om adem te kunnen halen.
Kenmerken zoogdieren
Unieke kenmerken van zoogdieren zijn de onderkaak, die altijd uit één bot bestaat, en de drie gehoorbeentjes. Het vermogen om de jongen te zogen komt voort uit het unieke kenmerk van de melkklieren. Net zoals zweetklieren alleen bij zoogdieren voorkomen.
Het voedsel van zoogdieren is net zo divers als de dieren zelf. Je hebt carnivoren die alleen dierlijk voedsel eten, herbivoren die alleen plantaardig voedsel tot zich nemen en omnivoren die zowel dierlijke als plantaardige producten op het menu hebben staan. Sommige dieren hebben zich gespecialiseerd in het eten van insecten, zoals de miereneter. Dit noem je insectivoren. Sommige zoogdieren leven in groepen, andere kiezen voor een solitair bestaan. Deze dieren mijden soortgenoten en komen alleen samen om te paren. Dieren van hetzelfde geslacht zijn nooit welkom in het territorium bij de solitaire dieren. Deze worden gezien als concurrenten en zonodig met geweld verjaagd of gedood.
Zoogdieren
Zoogdieren in een groep kennen meestal een sociale verdeling. De dominantste dieren zijn vaak de leider en regelmatig geldt dat alleen deze dieren mogen paren. Soms zijn de mannetjes de leiders, maar er zijn ook sociale groepen waar juist de vrouwtjes de dienst uitmaken. Bij sommige soorten bestaat de groep zelfs vrijwel alleen uit vrouwtjes en jonge mannetjes. Bij olifanten verlaat bijvoorbeeld een jonge bul de groep zodra hij oud genoeg is. Veel zoogdieren zorgen lang voor hun jongen. Ze zogen pasgeborenen met moedermelk, maar ook daarna blijven ze lang in de buurt van hun kroost. Ze beschermen hun jongen, voeden ze en leren ze alle vaardigheden die ze nodig hebben om zelfstandig te leven. De jonge dieren imiteren hun ouder(s) op hun beurt weer tijdens het spel en bereiden zich zo voor op hun volwassen leven. De zoogdieren zijn niet de grootste groep binnen het dierenrijk, maar het zijn wél de meest in het oog springende. Het grootste landdier is namelijk een zoogdier: de Afrikaanse olifant. Het grootste dier op aarde is zelfs een zeezoogdier: de blauwe vinvis kan wel 30 meter lang worden!

|